Zeldzame grote antieke porseleinen waterkan Vermeren-Coché Bruxelles

Deze porseleinfabriek in Brussel heeft een rijke geschiedenis, die teruggaat tot de 19e eeuw.
Charles Christophe Windisch, een meester-porseleinmaker, vestigde zich in 1824 in Brussel. Hij werkte samen met Frédéric Théodore Faber, een decorateur gespecialiseerd in kamerporselein. Samen droegen ze bij aan de reputatie van Brussels porselein. In 1830 richtte Windisch zijn eigen porseleinfabriek op, bijna tegenover Faber’s locatie in de Chaussée de Wavre/Waversesteenweg. Dit is waar het huidige gebouw zijn oorsprong vindt.
Na het overlijden van Windisch in 1842, nam Michel Antoine Caillet Pouchelain, een andere porseleinmaker, het bedrijf over. Later ging het over naar de dochter van Jean-Jacques Coché en haar man in 1852.
Het complex voegde in 1874 een showroom toe met uitzicht op de Rue Georges Lorand/Georges Lorandstraat, waar porselein en kristal van de meest gerenommeerde Europese fabrikanten werden tentoongesteld.
In 1901 droeg Chantal Vermeren Coché de fabriek over aan haar nicht en diens echtgenoot, Louis Demeuldre. De laatste hoeder van deze lange porseleintraditie, Henry Demeuldre Coché, moderniseerde het bedrijf in 1937, maar de productie eindigde in 1953, hoewel de decoratie tot in de jaren 70 doorging.
Het gebouw zelf heeft een prachtige eclectische gevel. Architect Maurice Bisschops versierde de etalages op de begane grond en de eerste verdieping met bloemmotieven in keramiek. Binnen zijn de originele structuur en elegante, gegroefde gietijzeren kolommen bewaard gebleven, met een metalen frame met florale motieven op de eerste verdieping.
Tegenwoordig huisvest het gebouw de TALK C.E.C. gallery, met een meeslepende tentoonstelling van stedelijke en hedendaagse kunst .