Beschrijving
Gepatineerd bronzen Boeddha beeldje in de bhumisparsha mudra
De onderkant toont een gegraveerde mandala.
De Boeddha bhumisparsha wordt altijd zittend afgebeeld, met zijn rechterhand op de knie en de vingers naar de aarde gericht.
De linkerhand rust op zijn schoot, met de palm omhoog.
‘Bhumisparsha’ betekent ‘de aarde aanraken’ of ‘de aarde oproepen als getuige’.
Deze mudra (of handgebaar) staat voor het moment waarop Boeddha verlicht werd onder de bodhiboom.
Het beeldje vertoonde erosieplekjes en werd opgekuist met zelfgemaakte boenwas
Afmetingen:
Hoogte: 23c m
Breedte: 13 cm
Diepte:: 9,5 cm
De oorsprong en betekenis van het beeld:
De Bhumisparsha Mudra wordt ook wel het gebaar van de verlichting genoemd. De mudra van de verlichting vindt haar oorsprong in de volgende legende.
Terwijl Boeddha vier weken lang mediterend onder de bodhiboom zat en in gedachten de kosmos doorkruiste, trachtte Mara, de god van het kwaad, hem in zijn concentratie te storen door hem zijn mooie dochters te sturen die hem moesten afleiden.
Een enkele blik uit de ogen van de verlichte deed hun schoonheid echter verwelken.
In de ogen van de volmaakte belichaamden zij slechts de schone, doch lege schijn.
Mara, de god van de zintuiglijke begeerte, de heer van deze wereld, trachtte Boeddha er nog eenmaal van te overtuigen dat hij als vertegenwoordiger van alles wat zich aan gene zijde van deze wereld bevindt en wat de aarde onherroepelijk vijandig gezind is, zelf geen recht had op de grond waarop hij in zijn houding van meditatie rustte.
Boeddha hield vol dat hij door de talrijke goede daden in vroegere levens aanspraak kon maken op dit stukje grond. Op dat moment riep hij de aarde als getuige op, door met zijn rechterhand de grond aan te raken. De god van de aarde steeg op uit de afgrond om zijn uitspraak te bevestigen en te verklaren dat hij alle plichten van een Bodhisattva vervuld had en dat hij dus het recht had om op deze aarde te blijven en zijn leer te verkondigen.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.